STAATSCOURANTVERKEERSBESLUIT–éénrichtingverkeer – Westnieuwland - Vlaardingen

1.tot het instellen van éénrichtingverkeer in het Westnieuwland tussen de Nieuwlandstraat en de Paterstraat waarbij het enkel is toegestaan om van west naar oost te rijden (vanaf de Nieuwlandstraat richting de Paterstraat) door middel van het plaatsen van de verkeersborden C2 en C3 volgens bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;2.fietsers en bromfietsers van het onder punt 1 genoemde éénrichtingverkeer uit te zonderen door het plaatsen van de onderborden, voorzien van de tekst “uitgezonderd” en de afbeelding van een fietser en een bromfietser;3.de verkeersborden en verkeersmaatregelen te plaatsen zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening “Herinrichting Westnieuwland”, d.d. 28-03-2014;4.te bepalen dat dit verkeersbesluit in werking treedt op de dag van bekendmaking in de Staatscourant.OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT:Aanleiding en bestaande situatie: •dat het Westnieuwland is gelegen in het centrum van Vlaardingen tussen de Ridderstraat en de Paterstraat;•dat in het Westnieuwland een school voor basisonderwijs is gevestigd;•dat verkeer in beide richtingen in het Westnieuwland is toegestaan;•dat het Westnieuwland fungeerde als bouw- en slooproute met betrekking tot de bouwactiviteiten van het stadhuis van Vlaardingen;•dat de bouwactiviteiten van het stadhuis zijn voltooid en het Westnieuwland tussen de Nieuwlandstraat en de Paterstraat wordt heringericht.Verkeerskundige aspecten: •dat er in de Paterstraat een éénrichtingsregime van toepassing is waarbij het voor gemotoriseerd verkeer is toegestaan van zuid naar noord te rijden;•dat er aan de zuidzijde van het Westnieuwland op de rijbaan langsparkeerplaatsen zijn gelegen;•dat er in het kader van de herinrichting van het Westnieuwland aan de noordzijde gestoken (schuin) parkeerplaatsen worden gerealiseerd;•dat hierdoor de parkeercapaciteit wordt vergroot;•dat gezien de beperkte rijbaanbreedte die hierdoor resteert motorvoertuigen op elkaar moeten wachten indien sprake is van tegemoetkomend verkeer;•automobilisten in dat geval, bijzondere manoeuvres, zoals achteruitrijden, moeten verrichten om de situatie te verhelpen;•dat hierdoor de verkeersveiligheid in het geding komt;•dit in het bijzonder geldt voor de verkeersveiligheid van het langzaam verkeer (schoolgaande kinderen) dat van het Westnieuwland gebruik maakt;•dat het gewenst is om maatregelen te treffen waarmee de verkeersveiligheid wordt gewaarborgd;•dit kan worden bewerkstelligd door in het Westnieuwland een éénrichtingsregime in te stellen, ten aanzien waarvan enkel fietsers en bromfietsers worden uitgezonderd;•dat dit éénrichtingsregime aansluit bij het aanwezige éénrichtingsregime in de Paterstraat.Uit het oogpunt van: •dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg:•dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het beschermen van weggebruikers en passagiers;•dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;Is het gewenst om:•ter verhoging van de verkeersveiligheid, het beschermen van weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan de verkeersborden te plaatsen, een en ander zoals aangegeven op de bijgevoegde tekening.Belangenafweging: •bij de afweging van belangen gaat het om de verkeerskundige aspecten, in dit geval de verkeersveiligheid, het beschermen van de weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan, zoals geformuleerd in artikel 2, eerste lid sub a en b, van de Wegenverkeerswet 1994;•er zijn geen individuele belangen in het geding die de positie van één of meer personen kunnen aantasten;•er zijn dan ook geen aanwijzingen dat er sprake is of kan zijn van belangen die strijdig zijn met de gewenste verkeersmaatregelen;•daarom kan bij het nemen van het besluit evenmin sprake zijn van onevenredige nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.Zorgvuldigheid:•dat bij de voorbereiding van dit besluit dan ook gehandeld is overeenkomstig de zorgvuldigheid die op grond van artikel 3:1 van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van besluiten als deze moet worden betracht;•dat met de vaststelling van dit besluit dan ook geen sprake is van een besluit met onevenredige nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht.Vlaardingen, Namens burgemeester en wethouders van Vlaardingen,N.A. KrijnenHoofd beheer Openbare Ruimte

De volledige aanvraag is hier te lezen op de site van de overheid.

Ben je het niet eens met een verleende bouwvergunning van bijvoorbeeld je buren, dan kan je hiertegen bezwaar indienen. Neem hiervoor contact op met de relevante instantie.