STAATSCOURANTGemeente Vlaardingen - verkeersbesluit - instellen van een éénrichtingverkeer - Pieter Karel Drossaartstraat, Vlaardingen

1817746vastgesteld hebbend, dat de bestuurlijke bevoegdheid hiertoe op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 bij het College van Burgemeester en Wethouders ligt, omdat dit verkeersbesluit betrekking heeft op een weg of gedeelte daarvan, zoals genoemd in artikel 1, eerste lid, onder b, van die wet, die onder het beheer van noch het Rijk, noch de provincie, noch het waterschap valt en is gelegen in de gemeente Vlaardingen;gezien het Mandaatbesluit Ambtenaren 2016 en het Ondermandaatbesluit Ambtenaren 2017;gelezen het advies van de politie d.d. 22 oktober 2020 die met dit besluit instemt en waarmee tevens is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;overwegende dat op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;overwegende dat op grond van artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit moet worden genomen voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is bepaald, alsmede op de bepalingen ter zake van de Algemene wet bestuursrecht;Het college van Burgemeester en Wethouders besluit: 1.tot het instellen van éénrichtingverkeer in de Pieter Karel Drossaartstraat tussen de Parallelweg en de Vettenoordstraat waarbij het enkel is toegestaan om van zuid naar noord te rijden (vanaf de Parallelweg richting de Vettenoordstraat) door middel van het plaatsen van de verkeersborden C2 en C3 volgens bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;2.fietsers van het onder punt 1 genoemde éénrichtingverkeer uit te zonderen door het plaatsen van de onderborden OB52;3.de verkeersborden te plaatsen zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening, d.d. 22-09-2020;4.te bepalen dat dit verkeersbesluit in werking treedt op de dag van bekendmaking in de Staatscourant. OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUITAanleiding en bestaande situatie:•dat de Pieter Karel Drossaartstraat is gelegen in de VOP wijk tussen de Parallelweg en de Zomerstraat;•dat de Pieter Karel Drossaartstraat onderdeel uitmaakt van een verblijfsgebied (30 km zone) en als zodanig is ingericht;•dat aan beide zijden van de Pieter Karel Drossaartstraat een trottoir en een langsparkeerstrook is gelegen met daartussen een smalle rijloper;•dat de parkeerdruk in de Pieter Karel Drossaartstraat hoog is waardoor de parkeerstroken vrijwel permanent vol staan met geparkeerde voertuigen;•dat in de Pieter Karel Drossaartstraat verkeer in twee richtingen is toegestaan wat regelmatig leidt tot schade aan geparkeerde voertuigen en onveilige verkeerssituaties.Verkeerskundige aspecten zijn dat:•dat in de huidige situatie aan beide zijden van de Pieter Karel Drossaartstraat op de rijbaan wordt geparkeerd;•dat door de smalle rijloper in de Pieter Karel Drossaartstraat motorvoertuigen op elkaar moeten wachten indien sprake is van tegemoetkomend verkeer;•dat automobilisten in dat geval bijzondere manoeuvres, zoals achteruitrijden, moeten verrichten om de situatie te verhelpen;•dat hierdoor de verkeersveiligheid in het geding komt;•dat dit in het bijzonder geldt voor de verkeersveiligheid van het langzaam verkeer (schoolgaande kinderen);•dat hierdoor ook de bereikbaarheid en doorgang van o.a. de brandweer en hulpdiensten in het geding is; •dat het bovenstaande van toepassing is in het deel van de Pieter Karel Drossaartstraat tussen de Parallelweg en de Vettenoordstraat;•dat het deel van de Pieter Karel Drosaartstraat tussen de Vettenoordstraat en de Zomerstraat ruimer van opzet is waarbij wel voldoende ruimte beschikbaar is om elkaar op een veilige manier te passeren;•dat het gewenst is om maatregelen te treffen waarmee de verkeersveiligheid wordt gewaarborgd;•dit kan worden bewerkstelligd door in de Pieter Karel Drossaartstraat, tussen de Parallelweg en de Vettenoordstraat, een éénrichtingregime in te stellen, ten aanzien waarvan enkel fietsers worden uitgezonderd.Uit het oogpunt van:•dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg;•dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het beschermen van weggebruikers en passagiers;•dat de maatregel (gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet) strekt tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.Is het gewenst om:•ter verhoging van de verkeersveiligheid, ter bescherming van de weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan de verkeersborden te plaatsen, een en ander zoals aangegeven op de bijgevoegde tekening.Belangenafweging•bij de afweging van belangen gaat het om de verkeerskundige aspecten, in dit geval de verkeersveiligheid, het beschermen van de weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan, zoals geformuleerd in artikel 2, eerste lid sub a en b van de Wegenverkeerswet 1994;•er zijn geen individuele belangen in het geding die de positie van één of meer personen kunnen aantasten;•er zijn dan ook geen aanwijzingen dat er sprake is of kan zijn van belangen die strijdig zijn met de gewenste verkeersmaatregelen;•daarom kan bij het nemen van het besluit evenmin sprake zijn van onevenredige nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht.Zorgvuldigheid•dat bij de voorbereiding van dit besluit dan ook gehandeld is overeenkomstig de zorgvuldigheid die op grond van artikel 3:1 van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van besluiten als deze moet worden betracht;•dat met de vaststelling van dit besluit dan ook geen sprake is van een besluit met onevenredige nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht.Vlaardingen,Namens burgemeester en wethouders van Vlaardingen,M. WongTeammanager Openbare Ruimte

De volledige aanvraag is hier te lezen op de site van de overheid.

Ben je het niet eens met een verleende bouwvergunning van bijvoorbeeld je buren, dan kan je hiertegen bezwaar indienen. Neem hiervoor contact op met de relevante instantie.